27 August 2015 Ruud Houdijk

Thema 5 #GHOR2020: continuïteit

Vraag: houdt de GHOR2020 zich nog wel bezig met zorgcontinuïteit?

Lees de Wet veiligheidsregio’s en je komt het begrip zorgcontinuïteit nergens letterlijk tegen. Maakt dit dat de GHOR er “niet van is”? Voert de GHOR momenteel dan een “bovenwettelijke taak” uit waarop bezuinigd kan worden? Is het allemaal een kwestie van eigen verantwoordelijkheid van de zorg? Of is er toch nog een publieke taak weggelegd voor de GHOR?

Maatschappelijke context

De burger heeft behoefte aan adequate zorg onder alle omstandigheden. Sterker nog: onder bijzondere omstandigheden (bijvoorbeeld een langdurige stroomuitval, extreem weer of een influenzapandemie) kan de behoefte aan zorg zelfs nog groter worden dan normaal, terwijl tegelijkertijd de bereikbaarheid en beschikbaarheid van de zorg zelf onder druk staat. Kortom, er kan een discrepantie tussen zorgvraag en het zorgaanbod ontstaan. Ook allerhande interne incidenten, zoals branden, bacteriële besmettingen, infectieziekte-uitbraken en cyberinbraken, kunnen de continuïteit van een zorginstelling bedreigen, met niet zelden uitstralingseffecten in de hele keten. Naar verwachting neemt de druk op zorgcontinuïteit alleen nog maar toe, zowel door externe als interne oorzaken. Door toenemende verdichting, automatisering en interdependenties bij vitale voorzieningen (elektriciteit, drinkwater, telecommunicatie etc.etc.) nemen de kans en met name de (domino)effecten van uitval steeds meer toe, met allerhande gevolgen voor de samenleving als geheel en de zorg in het bijzonder. Ook de verdergaande specialisatie in de ziekenhuiszorg en sluiting van SEH’s kan de keten in bepaalde omstandigheden gevoeliger maken voor verstoringen, omdat in bepaalde gebieden het aantal terugvalopties afneemt. Dan is er nog de tendens van extramuralisering en de decentralisatie van zorgtaken naar gemeenten. Ook zorgcontinuïteit wordt daarmee een decentraler en fijnmaziger probleem. Meer kwetsbaren in de samenleving bevinden zich “in de wijk” in plaats van in zorginstellingen. Door het toenemende beroep op zelfredzaamheid en “samenredzaamheid” (mantelzorg) raken formele en informele zorgnetwerken meer verweven. Positief geformuleerd betekent dit dat de gezamenlijke veerkracht van het systeem wellicht zou kunnen toenemen (de informele zorg kan discontinuïteit van de formele zorg wellicht tijdelijk opvangen), maar aan de andere kant wordt het bij verstoringen in de zorg lastiger om goed grip te krijgen op de gevolgen: wie kan het wel even zelf rooien, wie kan terugvallen op het eigen sociale netwerk en wie komt acuut in de problemen? Wat is gegeven deze maatschappelijke context dan de eigen verantwoordelijkheid van individuele zorginstellingen, de gedeelde verantwoordelijkheid van de zorgketen en de eventuele aanvullende verantwoordelijkheid van het (verlengd) lokale openbaar bestuur?

In de volgende blogs de stellingen bij dit thema.

Deel deze blog
linkedintwittermail

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *