Stelling: in haar restrisicobeleid moet het openbaar bestuur ook zorgcontinuïteit meewegen
Op grond van de zorggrenzen uit het zorgrisicoprofiel moet de GHOR aan het bestuur van de veiligheidsregio kunnen adviseren over restrisicobeleid: risicobeheersing, risicocommunicatie, beleid voor kwetsbare groepen, acceptatie van het restrisico en eventueel “publiek flessenhalsbeleid” (d.w.z. als in uitzonderlijke gevallen het openbaar bestuur de risico’s zo groot vindt dat zij zelf investeert in een stuk zorgcontinuïteit). Dit betekent in voorkomende gevallen ook advisering door de GHOR aan individuele gemeenten over hoe zij met ruimtelijke ordening en specifieke vergunningen kunnen omgaan. Dit vanuit een hele andere invalshoek dan de traditionele brongerichte risicoadvisering door de brandweer. Bij zorgcontinuïteit gaat het immers meestal niet om bronmaatregelen, maar om kwetsbaarheidsreductie in de gevolgketen. Dit betekent nog niet dat zorgcontinuïteit ineens de meest bepalende factor voor risicobeheersing zou moeten worden, maar wel dat de GHOR zou moeten kunnen adviseren aan het lokale bestuur over gevolgen van ruimtelijke ordening, vestigingsbeleid etc. voor de zorg.
Stem